opti 5

Uitrusting Optimist

 

Waar moet een Optimist aan voldoen?

Er zit een groot verschil in Optimisten. De Optimisten die over het algemeen bij de zeilscholen gebruikt worden zijn geen wedstrijdboten. Vaak kan het zeil niet getrimd (gesteld) worden en zijn ze zwaarder. 

Voor de Optimist Groen (beginnende wedstrijdzeilers) is een wedstrijdboot niet verplicht. Voor de veiligheid zijn er wel eisen aan de uitrusting van je boot.

Na een jaar Optimist Groen stroom je door naar Optimist Junior (met een apart Benjamin klassement t/m 11 jaar). Vanaf dat moment vaar je wel in een wedstrijd-Optimist.

 
optimist-tekening
 
windvaan-optimist
 

Windvaan

Met de windvaan kun je goed de windrichting in de gaten houden. Bij wedstrijd-Optimisten gebruik je het vaantje ook het zeil bovenin de top vastzetten.

 
 

Luchtkussens

In een wedstrijdoptimist zitten geen luchtkamers, maar luchtzakken. Deze zakken zorgen voor het drijfvermogen van de boot. Zorg dat de luchtzakken altijd goed zijn opgeblazen. Op warme dagen zet warmt echter ook de lucht in de zakken op en zal de lucht uitzetten. Zorg er voor dat op de warme er wat lucht uit de zakken wordt gelaten anders zullen de zakken uit elkaar klappen.

luchtzakken
hoosblikken
 

Hoosblikken

In een Optimist heb je altijd twee grote hoosblikken. Deze zijn met dunne elastieken (1,5 tot 2 meter) aan de binnenkant van van je boot vastgeknoopt, bijvoorbeeld aan het elastiek van de zwaardkast of aan de banden van de luchtkussens aan de zijkant.

Als je bent omgeslagen en de boot weer overeind hebt gezet dan zit de Optimist vol met water. Om direct weer aan de wedstrijd mee te kunnen doen wil je de boot zo snel mogelijk leeg hebben. Want water in de boot betekent een zwaardere, langzamere en minder stabiele boot.

 
 

Handpeddel/ Praddle

In een Optimist moet je altijd een handpeddel (of in het Engels 'praddle') aan boord hebben. Mocht de wind wegvallen of je hebt materiaalpech dan kun je altijd weer terugkomen. Met een handpeddel kun je met één hand peddelen en de andere hand sturen.

peddel
 
drijvende-sleeplijn

Drijvende sleeplijn

In een Optimist moet altijd een drijvende sleeplijn aanwezig zijn. De Optimisten worden met regelmaat met meerdere tegelijk gesleept. Als de sleeplijn drijft kunnen de zeilers hem gemakkelijker uit het water oppakken. En een drijvende sleeplijn komt minder snel in de motor van de rib.

De sleeplijn wordt niet aan het oog aan de voorkant van de Optimist vastgemaakt maar er doorheen geleid. Je maakt met een paalsteek een lus aan het uiteinde van de lijn en deze bevestig je onder aan de mast en de mastvoet. Het lijntje op de boeg is alleen bedoeld om de sleeplijn in het midden van de boot te houden.

Belangrijk is dat er geen knopen in de sleeplijn zitten. Wanneer hij niet gebruikt wordt ligt hij voor de mast in de punt van de boot.

 

Mastborg

Als een Optimist omslaat en de mast is niet geborgd dan heb je grote kans dat de mastbank breekt! Je wilt de mast altijd in de mastvoet houden en daarvoor borg je hem met de mastborg. Klem deze zo dicht mogelijk tegen de mastbank aan. Om hem gemakkelijk los te kunnen trekken is het handig om een lijntje aan het oog te bevestigen. Laat dit lijntje verder los hangen zodat de mast alle kanten op 360 graden rond kan draaien.

 
mastborg
quickrelease
 

Snapsluiting aan de schoot

Op meerdere momenten wil je de schoot snel los kunnen klikken van de giek. Dat geldt bij het te water gaan, het aanleggen, het slepen en soms ook bij oefeningen op het water.

Je doet dat met een zgn. quick release snapsluiting. Met een simpele ruk open je de sluiting. Omdat het oogje van de sluiting vaak erg klein is, is het handig om er een langer lijntje aan vast te binden.